woensdag 17 september 2008

De “Performance Gap Analysis”

De “Performance Gap Analysis” PGA (in het Nederlands: Kloof Analyse)  is na de “Training Needs Analysis” (TNA) een van de meest gebruikte analyse methodes bij bedrijfstraining. Het uitgangspunt van de PGA is relatief eenvoudig. Je onderzoekt wat de medewerkers op dit moment kunnen en presteren en je stelt een doel wat ze aan het einde van de training moeten kunnen en presteren. In dit onderzoek gebruik je onder andere “High Performers” (HP), die medewerkers die nu al de gewenste prestaties leveren en “Subject Matter Experts” (SME), diegene die veel kennis hebben van de zaken. Je gebruikt de HP om te onderzoeken welk gedrag tot de gewenste prestaties leidt en je gebruikt de SME voor de (technische/achtergrond) details.

Hierna werk je bij het ontwikkelen van een trainingsprogramma terug van de eindsituatie (wat ze allemaal moeten kunnen/weten) naar de begin situatie (wat ze nu op dit moment kunnen/weten). Door iedere keer de vraag te stellen wat moeten de medewerkers weten/kunnen om deze stap te doen zorg je ervoor dat het fundament zo word opgebouwd dat alle belangrijke zaken aan bod komen en er toch niet meer getraint wordt dan noodzakelijk. Dit met het oog op een zo hoog mogelijke "Return On Investment" (ROI).

In de rest van deze blog zul je lezen wat de beperkingen van de Performance Gap Analysis zijn. Kort samengevat beperkt de PGA zich alleen tot "trainbare" zaken. Dit zijn zaken als kennis en vaardigheden. de PGA gaat met een grote boog om de organisatie structuur en de workflow heen. Sterker nog, ze gebruiken de High Performer (HP) om te leren hoe ze efficiënter of sneller kunnen werken zónder de manier van werken tegen het licht te hoeven houden. Deze beperking kent de HPI (Human Performance Improvement) methode niet.


Geen opmerkingen: